Welkom op het weetjewel forum, van en voor Volkswagen Transporter rijders.
Groetjes webmaster Henk-1
klik rechts op de "X" dan verdwijnt dit veld
Groetjes webmaster Henk-1
klik rechts op de "X" dan verdwijnt dit veld
Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
- Multivan Generation
- Berichten: 34187
- Lid geworden op: 14 jan 2007, 14:41
- Locatie: Zeeland (Oost)
- Contacteer:
Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
Hallo,
Van de auteurs (Paul en Anelise, die ik al bijna 10 jaar ken) heb ik toestemming om het hier ook neer te zetten:
Ze maken een reis door Europa.
De schrijfstijl is heerlijk en de avonturen die ze meemaken
Geniet er van:
Et voilà, on the road again.
Vrijdag 2 augustus, 7 uur 's avonds, de gazettenwinkel is toe, de vakantietabak (Paolo koopt er maar drie keer per jaar!) zal van het benzinestation moeten komen, vlak voor we de ring oprijden. Euh, de ring, juist, maar waar moeten we precies naartoe? GPS... Boedapest, Hongarije. Dit begint goed, onze tomtom kent die landen niet... Boedapest, langs waar is dat? Gelukkig hebben we nog die goeie ouwe kaarten, dat had toch wel wat, niet? Piknik in de auto, Aken, Keulen, Frankfurt...
« Merci pour la collaboration synchronisée », heeft mijn baas me nog gezegd terwijl hij me een goeie vakantie wenste. Hoezo gesynchroniseerd? Rare manier om 'samenwerking' te bepalen... Soit, merci patron, tot later!
Aschaffenburg, eerste halte. Afschaffen wat?
De plaatselijke Polizei is op post. De grote rode STOP op hun voertuig stuurt ons de berm in. « Routine controle. Driving licence please. ». Is het ons vredesteken achteraan op onze auto dat hen niet zint? « Did you drink alcohol today? » Paul hoort de agente al denken: die 68-ers zullen wel niet meer smoren op hun gezegende leeftijd, maar alcohol, hola. Soit, geen vuiltje aan de lucht en ze wijzen ons zelfs de weg naar de camperplek. Salut et bonne route.
Hier zitten we dan in de zwarte nacht aan de oevers van de Main, onder Adenauer zijn brug. Zoals echte zwervers, onder de bruggen. En nu komt de fles wel boven, hé. Het is bijna middernacht.
Dag 2. Het was een zachte nacht aan de oevers van de rivier. Alleen een groot, helverlicht schip ronkte over het water.
We geraken niet tot aan de Oostenrijkse grens zonder te tanken en nu is het aanschuiven voor dure Duitse benzine onder de loodzware zon. Dan Linz, Wenen, autostrade tot aan de grens met Hongarije. Daar wisselen we wat geld om een vignet voor de autostrades te kopen. Vlak voorbij de grens is er een ongeluk en moeten we al van de autostrade af maar het ommetje duurt niet lang. Annemie en Herwig zitten al in het dorpje Zebegény en we spreken af in Szentendre, op de camping Pap-Sziget. We rijden ernaartoe langs kleine wegen en komen zo voorbij een schitterend gebouw, een soort seminarie, met een verrassend moderne architectuur.
In Szentendre wachten H&A ons op en we installeren ons op de oever van de Donau voor onze souper, als god in Hongarije. De stroom glijdt langzaam voorbij, er zitten wat vogels op.
Szentendre (Saint-André) by night lokt ons. Een paar blues-akkoorden in de nacht... in het verkeersvrije straatje staat een plaatselijke band zijn best te doen, we vleien ons neer op het terras, een licht biertje, een fris wit wijntje... De toeristen zijn vertrokken, die zien we morgen wel weer.
Het is zondag, de klokken luiden, het is al bloedheet tegen de middag maar daar heeft de commercie geen last van, de winkeltjes en de terraskes trekken volop volk.
Op naar Boedapest nu. We rijden ietsiepietsie verloren maar geraken dan toch aan de terrascamping Zugligeti Niche maar... er is veel veranderd. De camping is in twee gedeeld na de scheiding van het koppel uitbaters. We rijden eerst beneden binnen maar we kiezen snel voor de bovenkant, Natura, waar Marta ons hartelijk verwelkomt met een stortvloed van uitleg en praktische raadgevingen én buskaartjes.
De bus brengt ons vlotjes tot Boedapest en we beginnen met een lange wandeling door Pest, dat er bijligt als één grote bouwwerf. Een paar van de vele daklozen die we hier gaan zien, soppen al het stof van zich af in een waterbassin met fontein:) Herwig loopt een kennis tegen het lijf, Alice, die met vrienden de Donau affietste, van Wenen via Bratislava tot hier, zo'n 300 km! Dan lopen we door drukke shoppingstraten, het hoofd omhoog om de vele art nouveau en barokgevels niet te missen. Het is neig warm, gelukkig staat de civiele bescherming hier halve litertjes ijskoud water rond te delen. In een parkje geeft een dansklas een zwierige salsavoorstelling, voorbijgangers wagen zich ook aan een pasje. Aan de brug zakken we neer op een helaas kunstgrasmat voor een mojito maar de munt is op en we moeten het met iets minder stellen. Dan zoeken we een restaurant met specialiteiten van hier en het wordt Duna Corso, sjiek en mét orkestra, met zicht op de oude stad aan de overkant. Annemie en ik genieten van een smeltend stukje gebakken ganzelever bovenop een zalig mals kippelapje, mmmmm. Paul kiest voor een forel en Herwig bezwijkt voor knödeln...
Nu moeten we nog helemaal naar het vroegere Moskouplein voor de laatste bus die ons uitgeput naar onze Natura brengt voor een zachte nacht in de heuvels boven de stad.
Na Boedapest by night, Boedapest overdag. Annemie heeft ontdekt dat ze haar identiteitskaart niet bij heeft en gelukkig is er hier een Belgisch consulaat, anders kon ze Servië wel vergeten. Ondertussen doen wij een terraske en klimmen we richting citadel op de heuvel van Buda, via de oude stad, langs de straatjes waar vroeger de knechten en de meiden woonden van de folks up hill. We nemen dezelfde trapstraatjes waarlangs zij destijds naar hun werk moesten. Heel de oude citadel is gerenoveerd of staat in de steigers, de hop on hop off bussen rijden af en aan, de gidsen praten honderduit, bar-, hotel- en restaurantpersoneel staat paraat, op de bouwwerven zweten de arbeiders in de zon.
Dan naar de enorme markthal waar we met A&H iets gaan eten: een goedgevulde “langos” voor twee smaakt voortreffelijk. De markthal is fantastisch, honderden kraampjes met kleurige groenten, geurige kazen en salamis en hespen, tal van hongaarse eettentjes, en souvenirkes en stoffen en kleding en nog en nog...
Annemie heeft nu haar badpak niet bij terwijl we zouden gaan zwemmen en dus moet ze nog rapkes naar de C&A zodat we onverwijld weer de brug over stappen naar het Gellert hotel met zijn beroemde art nouveau baden maar dat valt tegen want het zit daar overvol en we mogen er niet in...
Soit, we zullen op de camping wel een douchke pakken... Nog gauw proviand inslaan voor ons avondmaal maar net als we de markthal weer willen induiken is het sluitingsuur... Snel een superetje gevonden, dan tram, bus en hop, we zitten achter ons aperitiefke in Zugligeti. Rustige avond op de camping.
Dinsdag 6. Adieu Marta, wij op weg naar Servië. Eerst toch nog langs het Mementopark met de neergehaalde beelden uit een nog niet zo ver verleden. Marx, Lenin, fiere soldaten en andere volkshelden, de onttroonde reuzen tronen hier buitenmaats in een parkje in de zon. We poseren nog efkes in een blauw Trabantje dat ook betere tijden heeft gekend. De autostrade voert ons richting Belgrado, doorheen de eindeloze velden onder een genadeloze zon, het 16u30 en 37°.
Wordt vervolgd.
De foto's die de sfeer goed weergeven kunnen hier gevonden worden:
https://plus.google.com/photos/10908127 ... banner=pwa
Van de auteurs (Paul en Anelise, die ik al bijna 10 jaar ken) heb ik toestemming om het hier ook neer te zetten:
Ze maken een reis door Europa.
De schrijfstijl is heerlijk en de avonturen die ze meemaken
Geniet er van:
Et voilà, on the road again.
Vrijdag 2 augustus, 7 uur 's avonds, de gazettenwinkel is toe, de vakantietabak (Paolo koopt er maar drie keer per jaar!) zal van het benzinestation moeten komen, vlak voor we de ring oprijden. Euh, de ring, juist, maar waar moeten we precies naartoe? GPS... Boedapest, Hongarije. Dit begint goed, onze tomtom kent die landen niet... Boedapest, langs waar is dat? Gelukkig hebben we nog die goeie ouwe kaarten, dat had toch wel wat, niet? Piknik in de auto, Aken, Keulen, Frankfurt...
« Merci pour la collaboration synchronisée », heeft mijn baas me nog gezegd terwijl hij me een goeie vakantie wenste. Hoezo gesynchroniseerd? Rare manier om 'samenwerking' te bepalen... Soit, merci patron, tot later!
Aschaffenburg, eerste halte. Afschaffen wat?
De plaatselijke Polizei is op post. De grote rode STOP op hun voertuig stuurt ons de berm in. « Routine controle. Driving licence please. ». Is het ons vredesteken achteraan op onze auto dat hen niet zint? « Did you drink alcohol today? » Paul hoort de agente al denken: die 68-ers zullen wel niet meer smoren op hun gezegende leeftijd, maar alcohol, hola. Soit, geen vuiltje aan de lucht en ze wijzen ons zelfs de weg naar de camperplek. Salut et bonne route.
Hier zitten we dan in de zwarte nacht aan de oevers van de Main, onder Adenauer zijn brug. Zoals echte zwervers, onder de bruggen. En nu komt de fles wel boven, hé. Het is bijna middernacht.
Dag 2. Het was een zachte nacht aan de oevers van de rivier. Alleen een groot, helverlicht schip ronkte over het water.
We geraken niet tot aan de Oostenrijkse grens zonder te tanken en nu is het aanschuiven voor dure Duitse benzine onder de loodzware zon. Dan Linz, Wenen, autostrade tot aan de grens met Hongarije. Daar wisselen we wat geld om een vignet voor de autostrades te kopen. Vlak voorbij de grens is er een ongeluk en moeten we al van de autostrade af maar het ommetje duurt niet lang. Annemie en Herwig zitten al in het dorpje Zebegény en we spreken af in Szentendre, op de camping Pap-Sziget. We rijden ernaartoe langs kleine wegen en komen zo voorbij een schitterend gebouw, een soort seminarie, met een verrassend moderne architectuur.
In Szentendre wachten H&A ons op en we installeren ons op de oever van de Donau voor onze souper, als god in Hongarije. De stroom glijdt langzaam voorbij, er zitten wat vogels op.
Szentendre (Saint-André) by night lokt ons. Een paar blues-akkoorden in de nacht... in het verkeersvrije straatje staat een plaatselijke band zijn best te doen, we vleien ons neer op het terras, een licht biertje, een fris wit wijntje... De toeristen zijn vertrokken, die zien we morgen wel weer.
Het is zondag, de klokken luiden, het is al bloedheet tegen de middag maar daar heeft de commercie geen last van, de winkeltjes en de terraskes trekken volop volk.
Op naar Boedapest nu. We rijden ietsiepietsie verloren maar geraken dan toch aan de terrascamping Zugligeti Niche maar... er is veel veranderd. De camping is in twee gedeeld na de scheiding van het koppel uitbaters. We rijden eerst beneden binnen maar we kiezen snel voor de bovenkant, Natura, waar Marta ons hartelijk verwelkomt met een stortvloed van uitleg en praktische raadgevingen én buskaartjes.
De bus brengt ons vlotjes tot Boedapest en we beginnen met een lange wandeling door Pest, dat er bijligt als één grote bouwwerf. Een paar van de vele daklozen die we hier gaan zien, soppen al het stof van zich af in een waterbassin met fontein:) Herwig loopt een kennis tegen het lijf, Alice, die met vrienden de Donau affietste, van Wenen via Bratislava tot hier, zo'n 300 km! Dan lopen we door drukke shoppingstraten, het hoofd omhoog om de vele art nouveau en barokgevels niet te missen. Het is neig warm, gelukkig staat de civiele bescherming hier halve litertjes ijskoud water rond te delen. In een parkje geeft een dansklas een zwierige salsavoorstelling, voorbijgangers wagen zich ook aan een pasje. Aan de brug zakken we neer op een helaas kunstgrasmat voor een mojito maar de munt is op en we moeten het met iets minder stellen. Dan zoeken we een restaurant met specialiteiten van hier en het wordt Duna Corso, sjiek en mét orkestra, met zicht op de oude stad aan de overkant. Annemie en ik genieten van een smeltend stukje gebakken ganzelever bovenop een zalig mals kippelapje, mmmmm. Paul kiest voor een forel en Herwig bezwijkt voor knödeln...
Nu moeten we nog helemaal naar het vroegere Moskouplein voor de laatste bus die ons uitgeput naar onze Natura brengt voor een zachte nacht in de heuvels boven de stad.
Na Boedapest by night, Boedapest overdag. Annemie heeft ontdekt dat ze haar identiteitskaart niet bij heeft en gelukkig is er hier een Belgisch consulaat, anders kon ze Servië wel vergeten. Ondertussen doen wij een terraske en klimmen we richting citadel op de heuvel van Buda, via de oude stad, langs de straatjes waar vroeger de knechten en de meiden woonden van de folks up hill. We nemen dezelfde trapstraatjes waarlangs zij destijds naar hun werk moesten. Heel de oude citadel is gerenoveerd of staat in de steigers, de hop on hop off bussen rijden af en aan, de gidsen praten honderduit, bar-, hotel- en restaurantpersoneel staat paraat, op de bouwwerven zweten de arbeiders in de zon.
Dan naar de enorme markthal waar we met A&H iets gaan eten: een goedgevulde “langos” voor twee smaakt voortreffelijk. De markthal is fantastisch, honderden kraampjes met kleurige groenten, geurige kazen en salamis en hespen, tal van hongaarse eettentjes, en souvenirkes en stoffen en kleding en nog en nog...
Annemie heeft nu haar badpak niet bij terwijl we zouden gaan zwemmen en dus moet ze nog rapkes naar de C&A zodat we onverwijld weer de brug over stappen naar het Gellert hotel met zijn beroemde art nouveau baden maar dat valt tegen want het zit daar overvol en we mogen er niet in...
Soit, we zullen op de camping wel een douchke pakken... Nog gauw proviand inslaan voor ons avondmaal maar net als we de markthal weer willen induiken is het sluitingsuur... Snel een superetje gevonden, dan tram, bus en hop, we zitten achter ons aperitiefke in Zugligeti. Rustige avond op de camping.
Dinsdag 6. Adieu Marta, wij op weg naar Servië. Eerst toch nog langs het Mementopark met de neergehaalde beelden uit een nog niet zo ver verleden. Marx, Lenin, fiere soldaten en andere volkshelden, de onttroonde reuzen tronen hier buitenmaats in een parkje in de zon. We poseren nog efkes in een blauw Trabantje dat ook betere tijden heeft gekend. De autostrade voert ons richting Belgrado, doorheen de eindeloze velden onder een genadeloze zon, het 16u30 en 37°.
Wordt vervolgd.
De foto's die de sfeer goed weergeven kunnen hier gevonden worden:
https://plus.google.com/photos/10908127 ... banner=pwa
Laatst gewijzigd door Multivan Generation op 04 sep 2013, 20:20, 1 keer totaal gewijzigd.
...have you ever noticed that some people never have the money to do it right, but can always find the money to do it twice?...
- Multivan Generation
- Berichten: 34187
- Lid geworden op: 14 jan 2007, 14:41
- Locatie: Zeeland (Oost)
- Contacteer:
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
deel 2 van de reis:
Als we Servië binnenrijden, houdt de locale politie Herwig al meteen tegen: hij heeft zijn lichten niet aan en dat is hier verplicht. We stoppen achter hem en als ze onze trompet op ons dashboard zien is het probleem direct opgelost: die trompet zet alle wegen naar Guca voor ons open.
We gaan niét naar Belgrado en we slagen af om een heel eind langs de Donau te rijden, tot in Veliko Gradiste. Onderweg heel veel grote moderne huizen, met balcongalerijen op de verdiepingen. Het is wat zoeken naar een camping maar we vinden een plekje aan de rand van een meer dat ooit een arm van Donau vormde. Rustig is het hier niet echt, er is een dorpskermis met alle soorten kraampjes en souvenirverkopers, dranktentjes en rokende resto-grills. De toiletten en douches zijn nogal basic maar het water is warm, het terrein ligt vol achtergelaten rommel, helemaal niet onderhouden, spijtig. Maar het voordeel is dat we voor ons vier maar 1400 dinar betalen, zo'n 17 euro :) We lezen later dat dit de oudste én grootste camping van Servië is.
's Morgens nog wat inkopen in het dorp en dan doen we de route naar de Djerdap-kloof, een nauwelijks merkbare vernauwing van de Donau die hier machtig breed naar Roemenië loopt. We stoppen voor een wandelingske naar de site van de Lepenski Vir die zo'n 10.000 jaar geleden al tussen deze mooie heuvels rondliep. We bestellen een fris biertje en een lauwe polentakoek, die we met een houten mes in vier delen en met een slaatje van witte kool en tomaten naar binnen smikkelen. Euh, echt lekker is het niet... We verlaten de Donau en we komen voorbij een van de vele kerkhofjes die we nog gaan zien. Bij elk graf staat een zelf in mekaar getimmerd bankje en tafeltje, waar de nabestaanden een klapke komen doen en een glaske komen drinken op de eeuwige gezondheid :) Verder stoppen we nog voor een soort ronde koepels waar rook uitkomt: het blijken houtskoolovens te zijn, gek hoe je iets dat je nog nooit hebt gezien toch meteen herkent... We willen vanavond toch voor donker 'onder zeil' zijn en we kijken uit naar een camperplek maar veel toeristische infrastructuur is hier niet en we raken niet echt wijs uit de Cyrillische aanwijzingen, bovendien is onze wegenkaart nogal fantaisistisch, vaak bestaat een weg niet of de mensen gebaren ons van 'nee, nee, zeker niet langs daar!' We riskeren het dan maar niet en we zullen nooit weten of we daar goed aan deden :) We belanden uiteindelijk aan een meer in Zlatari, waar locals een eigen weekendoptrekje hebben. Herwig en Annemie praten wat met iemand die Duits kent en we mogen hier gerust staan, iedereen is vrij zich aan de oevers van rivieren en meren te zetten om te vissen, te zwemmen én te overnachten. We staan tussen de ooievaars en de shooting stars...
's Morgens nemen we nog een duik in het al warme water en nu gaat het echt richting Guca. In deze streek groeit enorm veel fruit, frambozen, bessen, appels, druiven en vooral prachtig blauwe pruimen. Voor al die slivovitsj dus. In Aleksandrovac is er een boerenmarkt die zich langs heel de steenweg uitstrekt. We kopen messenslijpers die er is de handen van de marktkramer bijzonder efficiënt uitzien. En Annelise schaft zich nog een heksenbezem aan voor het kamptapijt. Als we in Kraljevo stoppen voor proviand begint de uitlaatpijp van de Alibi raar te ronken en wat later is het duidelijk: rats in twee, we moeten een garage vinden. Merde, merde, vloekt Annemie maar ziet, een uur later is alles al gefixt, een garagist last de zaak weer aan elkaar voor 10 euro! Ondertussen zijn wij in Guca gearriveerd en bellen we naar Yvonne, de Hollandse dame van onze camping, zoals afgesproken via mail. Eerst zitten we aan het verkeerde ronde punt maar tegen dat A&H aankomen hebben we Yvonne gevonden en kunnen we samen naar de wei. Herwig kan nu eindelijk eens die trompet van Pol proberen. Typische couleur locale :)
Guca is ongelooflijk. Een vrolijke gekte in dit kleine dorpke op den buiten. Honderdduizenden mensen passeren er hier deze week (500.000 horen we vertellen). Tientallen orkestras lopen koperblazend door de straten, zetten de kruispunten in vuur en vlam, animeren de terraskes. Honderden eetstandjes serveren locale specialiteiten, we worden ingewijd in de geheimen van de choucroute die in enorme stenen potten urenlang staat te pruttelen op de houtskool maar we prefereren toch gegrild varken of schaap in een soort plat brood, het bier vloeit hier met liters tegelijk, mensen zitten op de standbeelden om alles beter te zien, verkopers prijzen luidkeels hun souvenirs, van nationalistische kentekens die we niet herkennen tot kitsjerige landschappen... Het is een drukte en een lawaai van iedereen om ter hardst, echte orkestjes tegen de luidsprekers van de barretjes op. Het dorp wordt in twee gesneden door een piepklein stroompje waarlangs duizenden festivalgangers hun tentjes hebben opgeslagen, in de volle zon, tussen de weggesmeten rommel en de immense parkings in. Op het voetbalstadium gaan de avondconcerten en ook de internationale brassbandcontest door. De eerste avond eindigt een Belgische brassband als derde, ze zijn echt goed. Als een Servische ster op het podium komt, breekt een onbeschrijfelijke ambiance los. Alleen weten we ons niet zo goed raad met al die Servische vlaggen en militaire kentekens en onderdelen van uniformen die je overal voor een prikje kan kopen... Welk soort nationalisme staat hier te lezen? Folklore en politiek doorkruisen elkaar. Een groepje jongeren draagt T-shirts waarvan we ons later laten vertellen dat ze sympatiseren met de collaborateurs van WOII. Waar eindigt de Servische trots en beginnen nationalisme en chauvinisme? Anderen dragen T-shirts voor gelijkheid tussen Serviërs, Kroaten en Bosniërs. En wat doet die raren Hollander hier die voor een of andere Servische toeristische dienst werkt, trompet in de hand, combat shoes en zwarte outfit van de servische nationalisten? Die schoenen zijn goed voor zijn zere voeten, legt hij uit, en zijn outfit, nou dat hoort er gewoon bij, toch? Tja...
Op onze tweede dag is er een optocht van alle brassbands door de straten. Op een podium voor het cultureel centrum is er een wedstrijd tussen deze nationale groepen die elk twee stukken moeten spelen - een trage begrafenis en een vrolijk feest – voor een jury bestaande uit professoren en muziekspecialisten. 's Avonds alweer groot concert in het sportstadium en alweer enorm veel jongeren en een formidabele ambiance. Pure gekte! En het is allemaal gratis, op de tien euro na die je moet betalen om in het dorp te mogen met de auto. Voor zolang als je wil. Of kunt. Of uithoudt. Maar je moet dit meemaken, minstens één keer in je leven!
De plaatjes: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
Als we Servië binnenrijden, houdt de locale politie Herwig al meteen tegen: hij heeft zijn lichten niet aan en dat is hier verplicht. We stoppen achter hem en als ze onze trompet op ons dashboard zien is het probleem direct opgelost: die trompet zet alle wegen naar Guca voor ons open.
We gaan niét naar Belgrado en we slagen af om een heel eind langs de Donau te rijden, tot in Veliko Gradiste. Onderweg heel veel grote moderne huizen, met balcongalerijen op de verdiepingen. Het is wat zoeken naar een camping maar we vinden een plekje aan de rand van een meer dat ooit een arm van Donau vormde. Rustig is het hier niet echt, er is een dorpskermis met alle soorten kraampjes en souvenirverkopers, dranktentjes en rokende resto-grills. De toiletten en douches zijn nogal basic maar het water is warm, het terrein ligt vol achtergelaten rommel, helemaal niet onderhouden, spijtig. Maar het voordeel is dat we voor ons vier maar 1400 dinar betalen, zo'n 17 euro :) We lezen later dat dit de oudste én grootste camping van Servië is.
's Morgens nog wat inkopen in het dorp en dan doen we de route naar de Djerdap-kloof, een nauwelijks merkbare vernauwing van de Donau die hier machtig breed naar Roemenië loopt. We stoppen voor een wandelingske naar de site van de Lepenski Vir die zo'n 10.000 jaar geleden al tussen deze mooie heuvels rondliep. We bestellen een fris biertje en een lauwe polentakoek, die we met een houten mes in vier delen en met een slaatje van witte kool en tomaten naar binnen smikkelen. Euh, echt lekker is het niet... We verlaten de Donau en we komen voorbij een van de vele kerkhofjes die we nog gaan zien. Bij elk graf staat een zelf in mekaar getimmerd bankje en tafeltje, waar de nabestaanden een klapke komen doen en een glaske komen drinken op de eeuwige gezondheid :) Verder stoppen we nog voor een soort ronde koepels waar rook uitkomt: het blijken houtskoolovens te zijn, gek hoe je iets dat je nog nooit hebt gezien toch meteen herkent... We willen vanavond toch voor donker 'onder zeil' zijn en we kijken uit naar een camperplek maar veel toeristische infrastructuur is hier niet en we raken niet echt wijs uit de Cyrillische aanwijzingen, bovendien is onze wegenkaart nogal fantaisistisch, vaak bestaat een weg niet of de mensen gebaren ons van 'nee, nee, zeker niet langs daar!' We riskeren het dan maar niet en we zullen nooit weten of we daar goed aan deden :) We belanden uiteindelijk aan een meer in Zlatari, waar locals een eigen weekendoptrekje hebben. Herwig en Annemie praten wat met iemand die Duits kent en we mogen hier gerust staan, iedereen is vrij zich aan de oevers van rivieren en meren te zetten om te vissen, te zwemmen én te overnachten. We staan tussen de ooievaars en de shooting stars...
's Morgens nemen we nog een duik in het al warme water en nu gaat het echt richting Guca. In deze streek groeit enorm veel fruit, frambozen, bessen, appels, druiven en vooral prachtig blauwe pruimen. Voor al die slivovitsj dus. In Aleksandrovac is er een boerenmarkt die zich langs heel de steenweg uitstrekt. We kopen messenslijpers die er is de handen van de marktkramer bijzonder efficiënt uitzien. En Annelise schaft zich nog een heksenbezem aan voor het kamptapijt. Als we in Kraljevo stoppen voor proviand begint de uitlaatpijp van de Alibi raar te ronken en wat later is het duidelijk: rats in twee, we moeten een garage vinden. Merde, merde, vloekt Annemie maar ziet, een uur later is alles al gefixt, een garagist last de zaak weer aan elkaar voor 10 euro! Ondertussen zijn wij in Guca gearriveerd en bellen we naar Yvonne, de Hollandse dame van onze camping, zoals afgesproken via mail. Eerst zitten we aan het verkeerde ronde punt maar tegen dat A&H aankomen hebben we Yvonne gevonden en kunnen we samen naar de wei. Herwig kan nu eindelijk eens die trompet van Pol proberen. Typische couleur locale :)
Guca is ongelooflijk. Een vrolijke gekte in dit kleine dorpke op den buiten. Honderdduizenden mensen passeren er hier deze week (500.000 horen we vertellen). Tientallen orkestras lopen koperblazend door de straten, zetten de kruispunten in vuur en vlam, animeren de terraskes. Honderden eetstandjes serveren locale specialiteiten, we worden ingewijd in de geheimen van de choucroute die in enorme stenen potten urenlang staat te pruttelen op de houtskool maar we prefereren toch gegrild varken of schaap in een soort plat brood, het bier vloeit hier met liters tegelijk, mensen zitten op de standbeelden om alles beter te zien, verkopers prijzen luidkeels hun souvenirs, van nationalistische kentekens die we niet herkennen tot kitsjerige landschappen... Het is een drukte en een lawaai van iedereen om ter hardst, echte orkestjes tegen de luidsprekers van de barretjes op. Het dorp wordt in twee gesneden door een piepklein stroompje waarlangs duizenden festivalgangers hun tentjes hebben opgeslagen, in de volle zon, tussen de weggesmeten rommel en de immense parkings in. Op het voetbalstadium gaan de avondconcerten en ook de internationale brassbandcontest door. De eerste avond eindigt een Belgische brassband als derde, ze zijn echt goed. Als een Servische ster op het podium komt, breekt een onbeschrijfelijke ambiance los. Alleen weten we ons niet zo goed raad met al die Servische vlaggen en militaire kentekens en onderdelen van uniformen die je overal voor een prikje kan kopen... Welk soort nationalisme staat hier te lezen? Folklore en politiek doorkruisen elkaar. Een groepje jongeren draagt T-shirts waarvan we ons later laten vertellen dat ze sympatiseren met de collaborateurs van WOII. Waar eindigt de Servische trots en beginnen nationalisme en chauvinisme? Anderen dragen T-shirts voor gelijkheid tussen Serviërs, Kroaten en Bosniërs. En wat doet die raren Hollander hier die voor een of andere Servische toeristische dienst werkt, trompet in de hand, combat shoes en zwarte outfit van de servische nationalisten? Die schoenen zijn goed voor zijn zere voeten, legt hij uit, en zijn outfit, nou dat hoort er gewoon bij, toch? Tja...
Op onze tweede dag is er een optocht van alle brassbands door de straten. Op een podium voor het cultureel centrum is er een wedstrijd tussen deze nationale groepen die elk twee stukken moeten spelen - een trage begrafenis en een vrolijk feest – voor een jury bestaande uit professoren en muziekspecialisten. 's Avonds alweer groot concert in het sportstadium en alweer enorm veel jongeren en een formidabele ambiance. Pure gekte! En het is allemaal gratis, op de tien euro na die je moet betalen om in het dorp te mogen met de auto. Voor zolang als je wil. Of kunt. Of uithoudt. Maar je moet dit meemaken, minstens één keer in je leven!
De plaatjes: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
...have you ever noticed that some people never have the money to do it right, but can always find the money to do it twice?...
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Leuke foto's en leuk om te lezen.
..........................................
Vermogen is hoe hard je de muur raakt, koppel is hoe ver je de muur meeneemt!
Vermogen is hoe hard je de muur raakt, koppel is hoe ver je de muur meeneemt!
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
EN 3e deel, Servië na Guca
Link naar de foto's: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow" onclick="window.open(this.href);return false;
Bye bye Guca, nu richting Cacak en de talloze ortodoxe kloosters in en rond de Ovcar-Kablar kloof. Sommige zijn toegankelijk (mits aangepaste kledij!), sommige zijn een ommetje waard, sommige monniken lopen er ascetisch bij, anderen houden duidelijk van de fles... De kloof eindigt in een tunnel met daarachter een houten hangbrug. We slaan een voorraadje wijwater in en weg zijn wij. We dekken ons tafeltje op een bruggetje tussen de akkers, we maken foto's van houtskoolovens onderweg naar het grote klooster van Studenica. Ons oog valt evenwel op een kleine richtingwijzer voor een hoog in een loodrechte bergflank gehakt kloostertje, zo'n half uur klimmen zegt het bord. Of is het anderhalf uur?? Er stopt nog een wagen, Aleksander woont in Belgrado maar is hier in de buurt geboren en getogen en is nu op vakantie bij zijn ouders. Hij gidst ons langs een pad dat we alleen nooit hadden gevonden! Het gaat over gesloten portiekjes, omheiningen, klimpartijen, omhoog en nog omhoog en daar boven... is het prachtig! Hoog aan de rots hangt een goedonderhouden heremijtwoning. Aleksander, onze ingenieuze ingenieur, krijgt zelfs het slot open en laat ons ronddwalen op deze unieke plek. C'est magique.
Maar we moeten terug naar beneden, Annemie en Herwig zijn al in Studenac, dat wij op een holletje doen want het wordt laat. We spreken af in Rudno, in de winter een bescheiden ski-oord, en het is al donker als we toekomen. Herwig en Annemie wachten ons op in het enige plaatselijke restaurant, we krijgen meteen een soort krokante warme croissantjes met hartige of zoete vulling geserveerd en dan tovert de eigenares, een en al moederlijke zorg, een versgebakken brood op tafel voor bij onze stevig gekruide kip met sla. Bij het buitengaan zien we overal geld liggen, we rapen de blinkende muntjes zorgvuldig op maar ze zijn hier weggegooid omdat ze niets meer waard zijn. We parkeren onze rijdende hotelletjes op het voetbalveld en 's morgens ontbijten we alweer vorstelijk bij onze madame: ze trakteert ons al meteen op een slivovic, op onze nuchtere maag!! En dan brengt ze trots voor elk een mooi stenen potje met dekseltje en houten lepeltje met daarin stevige joghourt 'domaje', huisgemaakt dus. Dat moeten we oplepelen bij een schitterende quiche met een groene groente (warmoes?) die ongelooflijk heerlijk smaakt!! Tien euro voor ons vieren...
Een andere gast, een Serviër die uitgeweken is naar Denemarken, vertelt ons waar we kunnen wandelen en zo ontdekken we een grandioos panorama én een lieflijk kerkje, aandoenlijk in zijn eenvoud. Overal vlinders en een soort distel die hier 'koninginnetje' heet en waarvan de zachte wortels hier in de plaatselijke cuisine sterk gewaardeerd worden. We doen nog een tweede wandelingske naar de rivier en tegen de middag gaan we weer op weg.
We rijden door Novi Pasar, een druk stadje met voor het eerst deze reis ook enkele moskees. Natuurlijk nog een klooster, die van Sopocani waar een paar koperblazers onze oude trompet uitproberen – ik ben pas te weten gekomen dat ze nog van mijn overgrootvader is geweest, die glasblazer was – Ze willen Paul een trompet verkopen want ze houden hem voor een Guca-muzikant.
In Nova Varos slaan we rechtsaf en dan weer rechts tot we het roofvogelreservaat van Uvac binnenrijden en we beneden ons een stuwmeer zien liggen. We zien de pijl voor de minicamping uit onze gids niet en we blijven dan maar gewoon aan de stuwdam staan, op een soort parkeerterreintje vlak bij het water, waar ook een paar bootjes liggen. Er staan alweer veel sterren en de cricris zijn overal. Maar na ons eten zit Annemie te rillen als een rietje: een hitteslag? 's Morgens gaat het gelukkig wat beter. Paul is al vroeg uit de veren voor een ochtendwandeling en als hij aanschuift bij het ontbijt verschijnt er een bootsman die in het Spaans (hij had in een vorig leven in Equatoriaal Guinea gewerkt!) vertelt dat hij binnen een half uur het meer opvaart en dan het roofvogelreservaat langs de rivierkloof in. Het kost 25 euro per persoon, niet niks, maar we besluiten toch ons bij de andere toeristen te voegen die ondertussen zijn aangekomen. Annemie en Herwig rijden door, we zien mekaar vanavond in Montenegro.
We gaan aan boord met onze gids en zijn (tweeling?)-broer voor een boottocht van vijf uur. De Uvac met zijn smaragdgroene water maakt hier in het overstroomde gebied voor het stuwmeer talloze bochten. We zien een paar arenden (die van de Servische vlag) zoals er hier wel meer zijn, zo vertellen ons de vele nesten in de heuvelflanken. Vroeger liep hier de weg van Constantinopel naar Dubrovnik. Bovenop de rotsen zie je hier en daar nog ruïnes van dorpen. De vroegere brug ligt nu 70 meter onder het wateroppervlak. Op het eind van de tocht loodsen onze gidsen ons een wel al ontdekte maar niet voor toeristen opgesmukte grot in, die zo'n 6 kilometer diep gaat. Ze hebben de sleutel van het hangslot op de ijzeren deuren en ze wijzen ons met met pillampen en fakkels op de smaragdkleurige stalagmieten en stalagtieten. We doen zo'n 600 meter gangen en het is alsof wij dit hier als eersten ontdekken: fabelachtig.
Het is een paar kilometer klimmen naar de belvédère bovenop de rotspunt vanwaar je een schitterend zicht hebt op de bochten in de rivier. De loodzware hitte van de voorbije dagen valt van ons af. De Uvac daar beneden, de adelaar daarboven: wat een spektakel!
Tegen een uur of vijf zijn we terug aan de auto en dan laten we Servië achter ons. En ook alle vooroordelen die we hadden voor ons vertrek: we zagen geen onderontwikkeld land, geen paardekarren, geen armoedige dorpkes of andere clichés. Servië is een groen land, vol natuurlijke rijkdommen, heel toegankelijk, geen problemen of risico's voor de reizigers die we zijn. Alleen de toeristische infrastructuur is nog niet aangepast aan internationaal toerisme: weinig richtingwijzers en dan nog alleen in het voor ons onleesbare cyrillisch, weinig campings en dan nog slecht aangeduid en nogal basic, vooral voor plaatselijk vertier. “Of wij in België internet hadden?”, vroeg onze Aleksander ons... Dit is een land dat wij buitenlanders nog niet 'ontdekt' hebben. Wel is er dat bedenkelijke nationalisme dat we vooral in Guca zagen, die jonge gasten zwaaiend met hun Servische vlaggen, de grens tussen patriotisme, nationalisme en racisme is nogal vaag... Daar houden we toch wel een bitter smaakje aan over en heel wat vragen... Maar we komen zeker terug, ik heb nog Servisch geld over dat we niet opkregen! Nergens vond ik die heerlijke frambozenwijn die we vroeger eens kochten in Alexandrovac, om nog te zwijgen van de bosbessenwijn die ik zelfs nog niet geproefd heb. We moéten dus wel terugkomen.
Link naar de foto's: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow" onclick="window.open(this.href);return false;
Bye bye Guca, nu richting Cacak en de talloze ortodoxe kloosters in en rond de Ovcar-Kablar kloof. Sommige zijn toegankelijk (mits aangepaste kledij!), sommige zijn een ommetje waard, sommige monniken lopen er ascetisch bij, anderen houden duidelijk van de fles... De kloof eindigt in een tunnel met daarachter een houten hangbrug. We slaan een voorraadje wijwater in en weg zijn wij. We dekken ons tafeltje op een bruggetje tussen de akkers, we maken foto's van houtskoolovens onderweg naar het grote klooster van Studenica. Ons oog valt evenwel op een kleine richtingwijzer voor een hoog in een loodrechte bergflank gehakt kloostertje, zo'n half uur klimmen zegt het bord. Of is het anderhalf uur?? Er stopt nog een wagen, Aleksander woont in Belgrado maar is hier in de buurt geboren en getogen en is nu op vakantie bij zijn ouders. Hij gidst ons langs een pad dat we alleen nooit hadden gevonden! Het gaat over gesloten portiekjes, omheiningen, klimpartijen, omhoog en nog omhoog en daar boven... is het prachtig! Hoog aan de rots hangt een goedonderhouden heremijtwoning. Aleksander, onze ingenieuze ingenieur, krijgt zelfs het slot open en laat ons ronddwalen op deze unieke plek. C'est magique.
Maar we moeten terug naar beneden, Annemie en Herwig zijn al in Studenac, dat wij op een holletje doen want het wordt laat. We spreken af in Rudno, in de winter een bescheiden ski-oord, en het is al donker als we toekomen. Herwig en Annemie wachten ons op in het enige plaatselijke restaurant, we krijgen meteen een soort krokante warme croissantjes met hartige of zoete vulling geserveerd en dan tovert de eigenares, een en al moederlijke zorg, een versgebakken brood op tafel voor bij onze stevig gekruide kip met sla. Bij het buitengaan zien we overal geld liggen, we rapen de blinkende muntjes zorgvuldig op maar ze zijn hier weggegooid omdat ze niets meer waard zijn. We parkeren onze rijdende hotelletjes op het voetbalveld en 's morgens ontbijten we alweer vorstelijk bij onze madame: ze trakteert ons al meteen op een slivovic, op onze nuchtere maag!! En dan brengt ze trots voor elk een mooi stenen potje met dekseltje en houten lepeltje met daarin stevige joghourt 'domaje', huisgemaakt dus. Dat moeten we oplepelen bij een schitterende quiche met een groene groente (warmoes?) die ongelooflijk heerlijk smaakt!! Tien euro voor ons vieren...
Een andere gast, een Serviër die uitgeweken is naar Denemarken, vertelt ons waar we kunnen wandelen en zo ontdekken we een grandioos panorama én een lieflijk kerkje, aandoenlijk in zijn eenvoud. Overal vlinders en een soort distel die hier 'koninginnetje' heet en waarvan de zachte wortels hier in de plaatselijke cuisine sterk gewaardeerd worden. We doen nog een tweede wandelingske naar de rivier en tegen de middag gaan we weer op weg.
We rijden door Novi Pasar, een druk stadje met voor het eerst deze reis ook enkele moskees. Natuurlijk nog een klooster, die van Sopocani waar een paar koperblazers onze oude trompet uitproberen – ik ben pas te weten gekomen dat ze nog van mijn overgrootvader is geweest, die glasblazer was – Ze willen Paul een trompet verkopen want ze houden hem voor een Guca-muzikant.
In Nova Varos slaan we rechtsaf en dan weer rechts tot we het roofvogelreservaat van Uvac binnenrijden en we beneden ons een stuwmeer zien liggen. We zien de pijl voor de minicamping uit onze gids niet en we blijven dan maar gewoon aan de stuwdam staan, op een soort parkeerterreintje vlak bij het water, waar ook een paar bootjes liggen. Er staan alweer veel sterren en de cricris zijn overal. Maar na ons eten zit Annemie te rillen als een rietje: een hitteslag? 's Morgens gaat het gelukkig wat beter. Paul is al vroeg uit de veren voor een ochtendwandeling en als hij aanschuift bij het ontbijt verschijnt er een bootsman die in het Spaans (hij had in een vorig leven in Equatoriaal Guinea gewerkt!) vertelt dat hij binnen een half uur het meer opvaart en dan het roofvogelreservaat langs de rivierkloof in. Het kost 25 euro per persoon, niet niks, maar we besluiten toch ons bij de andere toeristen te voegen die ondertussen zijn aangekomen. Annemie en Herwig rijden door, we zien mekaar vanavond in Montenegro.
We gaan aan boord met onze gids en zijn (tweeling?)-broer voor een boottocht van vijf uur. De Uvac met zijn smaragdgroene water maakt hier in het overstroomde gebied voor het stuwmeer talloze bochten. We zien een paar arenden (die van de Servische vlag) zoals er hier wel meer zijn, zo vertellen ons de vele nesten in de heuvelflanken. Vroeger liep hier de weg van Constantinopel naar Dubrovnik. Bovenop de rotsen zie je hier en daar nog ruïnes van dorpen. De vroegere brug ligt nu 70 meter onder het wateroppervlak. Op het eind van de tocht loodsen onze gidsen ons een wel al ontdekte maar niet voor toeristen opgesmukte grot in, die zo'n 6 kilometer diep gaat. Ze hebben de sleutel van het hangslot op de ijzeren deuren en ze wijzen ons met met pillampen en fakkels op de smaragdkleurige stalagmieten en stalagtieten. We doen zo'n 600 meter gangen en het is alsof wij dit hier als eersten ontdekken: fabelachtig.
Het is een paar kilometer klimmen naar de belvédère bovenop de rotspunt vanwaar je een schitterend zicht hebt op de bochten in de rivier. De loodzware hitte van de voorbije dagen valt van ons af. De Uvac daar beneden, de adelaar daarboven: wat een spektakel!
Tegen een uur of vijf zijn we terug aan de auto en dan laten we Servië achter ons. En ook alle vooroordelen die we hadden voor ons vertrek: we zagen geen onderontwikkeld land, geen paardekarren, geen armoedige dorpkes of andere clichés. Servië is een groen land, vol natuurlijke rijkdommen, heel toegankelijk, geen problemen of risico's voor de reizigers die we zijn. Alleen de toeristische infrastructuur is nog niet aangepast aan internationaal toerisme: weinig richtingwijzers en dan nog alleen in het voor ons onleesbare cyrillisch, weinig campings en dan nog slecht aangeduid en nogal basic, vooral voor plaatselijk vertier. “Of wij in België internet hadden?”, vroeg onze Aleksander ons... Dit is een land dat wij buitenlanders nog niet 'ontdekt' hebben. Wel is er dat bedenkelijke nationalisme dat we vooral in Guca zagen, die jonge gasten zwaaiend met hun Servische vlaggen, de grens tussen patriotisme, nationalisme en racisme is nogal vaag... Daar houden we toch wel een bitter smaakje aan over en heel wat vragen... Maar we komen zeker terug, ik heb nog Servisch geld over dat we niet opkregen! Nergens vond ik die heerlijke frambozenwijn die we vroeger eens kochten in Alexandrovac, om nog te zwijgen van de bosbessenwijn die ik zelfs nog niet geproefd heb. We moéten dus wel terugkomen.
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Er zijn nog zoveel dingen te doen/zien, ik wil de ganse wereld wel is zien maar daarvoor is een mensenleven te kort denk ik
- Multivan Generation
- Berichten: 34187
- Lid geworden op: 14 jan 2007, 14:41
- Locatie: Zeeland (Oost)
- Contacteer:
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Vervolg van Paul en Annelise:
Op weg nu naar Montenegro, naar het nationaal park Durmitor.
Annemie en Herwig hebben al een plaatske-met-vergezicht uitgekozen op de camping van Raszverje, in Zabljiak. Met een foto van zeven jaar geleden hebben ze de campings afgezocht tot ze de goeie te pakken hadden: die van de patron die ons toen wenkte langs de kant van de weg en van dat kruidenvrouwtje die een zalfje brouwde om mijn psoriasis te verzorgen. Ze zijn allebei in de wolken van ons terug te zien. Annemie is nog wat ziekjes en ze krijgt al direct dé remedie maar ze vertrouwt het zaakje niet echt – en de prijs voor die zelfgeplukte blaadjes is ook niet om te lachen, onze heks heeft duidelijk commerce geroken... De camping zelf is ook erg veranderd, zoals heel Zabljak trouwens: veel meer toeristen, geen sprake meer van primitieve campings met houten douchecabinnekes en koud water, alle aarden wegen geasfalteerd, alles is nu te koop... Sinds Ryanair op Podgorica, de hoofdstad van Montenegro, vliegt, is heel Europa binnen handbereik terwijl er hier zeven jaar geleden alleen Oost-Europeanen op vakantie kwamen. Met een huurautootje kun je makkelijk overal op ontdekking, zoals die twee jonge Belgen met wie Herwig en Annemie kennismaakten. Annemie haar maagkrampen willen niet wijken en ze kruipt vroeg onder het dekbed.
's Anderendaags wandelen we naar de cerno jezero, het zwarte meer dat evenwel prachtig smaragd ligt te wezen. We lopen er bijna helemaal rond en klimmen dan verder naar een hoger gelegen meer. Op de weg terug doen we nog een terraske, dat helaas even duur is als bij ons... Net als de frambozen en bramen en bosbessen die venters overal staan te verkopen: dit is duidelijk Servië niet meer. We lopen nog wat verloren in het bos voor we in onze stoelekes neerploffen voor ons laatste avond samen. Annemie heeft het goed uitgehouden ondanks die vervelende krampen én de klimpartijtjes.
Woensdag vandaag, A&H moeten terug naar huis. We rijden de laatste kilometers samen naar de top van het schitterende nationaal park (waar een parkwachter ons entreegeld doet betalen als we Durmitor net... buitenrijden!). De weg is geasfalteerd en veel drukker dan zeven jaar geleden. Toen liepen er kleine paarden los over de steenslag en in de berm.
Bye bye les copains, het was neig, goede reis terug!
Wij doen er nog een weekje bij onder ons twee. We rijden terug naar de Tara, parallel met de hoge brug zien we mensen een soort katrol over de diepe kloof zweven... Heel indrukwekkend maar wij passen hier toch voor... Een knappe VW T1 staat geparkeerd voor een terraske waar ze Country Joe and The Fish draaien. Heel ongewoon. We rijden kilometers ver door de riviercanyon, een prachtige vallei, een woest landschap, tot aan de afslag naar Podgorica. De koelte van de kloof en de bergen maakt plaats voor hitte en droogte. Hier en daar beginnende brandjes in de heuvels. Bij het binnenrijden van de stad een immens kerkhof van... uitgebrande auto's. De wrakken liggen er roestig bij, een lust voor het oog van de fotograaf!
We rijden rond Podgorica en zakken af naar het Skader-meer. Het grootste zoetwatermeer van de Balkan, op de grens met Albanië, helder water, weelderige plantengroei, volop waterlelies, eilandjes ook. Een immens natuurpark, een beschermde zone met tal van vogels, ook trekvogels, tal van vissersdorpjes eromheen, een uniek ecosysteem, midden in de bergen. Een van de mooiste landschappen die we al te zien kregen.
De zwoele avond valt, de kinderen van het dorp aan het moeras spelen in de vissersbootjes. Een van hen stelt ons een boottochtje voor maar het lijkt ons al een beetje laat daarvoor. Morgen wellicht. Eerst een plekje zoeken voor de nacht. We willen niet hetzelfde avontuur meemaken als zeven jaar geleden toen we wild kampeerden aan de andere kant van het meer, vlak bij de grens, en er tamelijk bange getuigen waren van wapen- en mensensmokkel... In het dorpje Virpazar, een toeristisch centrum, bieden nog andere vissers ons een boottocht op het meer aan, een van hen bestuurt de Green Frog en we spreken af dat we morgen iets voor 8 uur bij de boot zullen zijn als we meewillen. Voor de zonsondergang willen we eerst nog naar Bar, het dichtstbijzijnde kuststad, langs een kleine bergweg. Hier en daar heeft een grondverzakking het asfalt meegesleurd of zitten er diepe putten in het wegdek of zijn er enorme rotsblokken op de weg gedonderd... Maar daarboven staat de hemel in brand zoals we gehoopt hadden, zelfs de witte schapenwolkjes hangen er vurig bij, het spektakel is grandioos.
Later gaan we een forelletje eten op de markt van Virpazar, waar een lokale toneelgroep een openluchtvoorstelling ten beste geeft. Nog later op de avond speelt een jonge gast songs van The Doors, Randy Newman, JJ Cale (rest in peace) en we slapen in op zijn zoete akkoorden.
's Nachts blijven er onweerswolken aan de omliggende bergen hangen, het regent een beetje en ook 's morgens is het nog nevelig. Maar we besluiten toch voor die boottocht te gaan. We zijn de enigen die komen opdagen en onze groene kikker met zijn glanzend geverniste houten wanden glijdt geluidloos het meer op. Onze kapitein vaart door een immens veld van waterlelies en wijst ons op de grote en kleine aalscholvers, de kleurrijke ijsvogels en tal van andere vogels en planten. We leggen aan op een eilandje met een klooster waar een jonge monnik ons ontvangt met snoepjes en fris water. Het is aangenaam vertoeven in de koele zomerrefter van de monniken, met open bogen die zicht bieden op het meer onder ons. De winterrefter is binnen en heeft recente fresco's op de muren. Terug naar onze boot dan die ons even geruisloos weer door het waterlelieveld loodst.
Onze gids vertelt ons dat Montenegro in handen is van een heel intelligente en subtiele maffia. Niemand houdt zich bezig met het onderhoud van het meer en de oevers. Weinigen maken zich zorgen om de toekomst, alleen het snelle geld telt, de toeristen zien ze als een melkkoe. De Russische maffia koopt veel grond op en tal van eigendommen, en ook boten waar veel volk op kan. Money money... Ik verlaat de boot met een halssnoer gemaakt van een waterlelie die onze sympathieke bootsman voor mij maakte :)
Terug op de kade is het tijd voor een piknik en een bezoekje aan het infocentrum van het meer en dan rijden we de smalle weg op die ons naar de andere kant van deze heuse binnenzee brengt, richting Albanië. De landschappen zijn schitterend, de weg is smal en plakt tegen de bergflank aan, met onder ons het meer, dan gaat het omhoog de heuvels in en staan we sprakeloos voor de enorme watermassa ver beneden. Het gaat moeilijk als er een tegenligger aankomt, niet leuk voor de « gros blancs »!
Dan weer naar beneden, nu naar de zee, via Stari Bar, Bar, Sveti Stefan, een schiereiland dat omgevormd is tot een luxehotel, het Monaco van de Adriatische zee. Dan Budva... helemaal in handen van de Russen, ontegensprekelijk als je de reclames ziet en de winkelborden en de makelaars en de internetsites met .ru en de grote wagens genre Bentley en 4x4... We snappen onze bootsman toen hij zei dat hij zich soms niet meer thuisvoelde in zijn eigen land.
De baai van Kotor is onze volgende etappe. De stad zelf zit stampvol toeristen en we rijden door naar Perast, een charmant dorpje met Italiaanse allures, eeuwenlang eigendom van Venetië, rechtover twee eilandjes, het ene met een orthodox klooster, het andere met een katholieke kerk. We vinden eindelijk een camperplek en we eten onder de sterren met zicht op de baai.
's Anderendaag bezoeken we eerst Perast en dan gaat het richting Cetinje en het nationaal park Lovcen. Een adembenemende panoramische route met zicht op heel de baai van Kotor en de Adriatische zee. Het vliegveld en de vliegtuigen ginder ver lijken minuskuul. Piknik naast een schuilplaats « for hikers and bikers », net onder het mausoleum van Lovcen met zijn 400 trappen die we niét opklimmen. Dan noordwaarts naar Niksic, door een kwartslandschap met witte rotsen, alweer een smalle baan, hand op de claxon... Kilometers lang komen we nauwelijks een huis tegen, af en toe een praktisch verlaten dorp. Net voor de grote baan is er de brug over het uiteinde van de Slansko Jezero.
En op de grote weg draaien we naar het westen, richting Bosnië.
Wordt vervolgd
https://picasaweb.google.com/1090812729 ... slideshow/
Op weg nu naar Montenegro, naar het nationaal park Durmitor.
Annemie en Herwig hebben al een plaatske-met-vergezicht uitgekozen op de camping van Raszverje, in Zabljiak. Met een foto van zeven jaar geleden hebben ze de campings afgezocht tot ze de goeie te pakken hadden: die van de patron die ons toen wenkte langs de kant van de weg en van dat kruidenvrouwtje die een zalfje brouwde om mijn psoriasis te verzorgen. Ze zijn allebei in de wolken van ons terug te zien. Annemie is nog wat ziekjes en ze krijgt al direct dé remedie maar ze vertrouwt het zaakje niet echt – en de prijs voor die zelfgeplukte blaadjes is ook niet om te lachen, onze heks heeft duidelijk commerce geroken... De camping zelf is ook erg veranderd, zoals heel Zabljak trouwens: veel meer toeristen, geen sprake meer van primitieve campings met houten douchecabinnekes en koud water, alle aarden wegen geasfalteerd, alles is nu te koop... Sinds Ryanair op Podgorica, de hoofdstad van Montenegro, vliegt, is heel Europa binnen handbereik terwijl er hier zeven jaar geleden alleen Oost-Europeanen op vakantie kwamen. Met een huurautootje kun je makkelijk overal op ontdekking, zoals die twee jonge Belgen met wie Herwig en Annemie kennismaakten. Annemie haar maagkrampen willen niet wijken en ze kruipt vroeg onder het dekbed.
's Anderendaags wandelen we naar de cerno jezero, het zwarte meer dat evenwel prachtig smaragd ligt te wezen. We lopen er bijna helemaal rond en klimmen dan verder naar een hoger gelegen meer. Op de weg terug doen we nog een terraske, dat helaas even duur is als bij ons... Net als de frambozen en bramen en bosbessen die venters overal staan te verkopen: dit is duidelijk Servië niet meer. We lopen nog wat verloren in het bos voor we in onze stoelekes neerploffen voor ons laatste avond samen. Annemie heeft het goed uitgehouden ondanks die vervelende krampen én de klimpartijtjes.
Woensdag vandaag, A&H moeten terug naar huis. We rijden de laatste kilometers samen naar de top van het schitterende nationaal park (waar een parkwachter ons entreegeld doet betalen als we Durmitor net... buitenrijden!). De weg is geasfalteerd en veel drukker dan zeven jaar geleden. Toen liepen er kleine paarden los over de steenslag en in de berm.
Bye bye les copains, het was neig, goede reis terug!
Wij doen er nog een weekje bij onder ons twee. We rijden terug naar de Tara, parallel met de hoge brug zien we mensen een soort katrol over de diepe kloof zweven... Heel indrukwekkend maar wij passen hier toch voor... Een knappe VW T1 staat geparkeerd voor een terraske waar ze Country Joe and The Fish draaien. Heel ongewoon. We rijden kilometers ver door de riviercanyon, een prachtige vallei, een woest landschap, tot aan de afslag naar Podgorica. De koelte van de kloof en de bergen maakt plaats voor hitte en droogte. Hier en daar beginnende brandjes in de heuvels. Bij het binnenrijden van de stad een immens kerkhof van... uitgebrande auto's. De wrakken liggen er roestig bij, een lust voor het oog van de fotograaf!
We rijden rond Podgorica en zakken af naar het Skader-meer. Het grootste zoetwatermeer van de Balkan, op de grens met Albanië, helder water, weelderige plantengroei, volop waterlelies, eilandjes ook. Een immens natuurpark, een beschermde zone met tal van vogels, ook trekvogels, tal van vissersdorpjes eromheen, een uniek ecosysteem, midden in de bergen. Een van de mooiste landschappen die we al te zien kregen.
De zwoele avond valt, de kinderen van het dorp aan het moeras spelen in de vissersbootjes. Een van hen stelt ons een boottochtje voor maar het lijkt ons al een beetje laat daarvoor. Morgen wellicht. Eerst een plekje zoeken voor de nacht. We willen niet hetzelfde avontuur meemaken als zeven jaar geleden toen we wild kampeerden aan de andere kant van het meer, vlak bij de grens, en er tamelijk bange getuigen waren van wapen- en mensensmokkel... In het dorpje Virpazar, een toeristisch centrum, bieden nog andere vissers ons een boottocht op het meer aan, een van hen bestuurt de Green Frog en we spreken af dat we morgen iets voor 8 uur bij de boot zullen zijn als we meewillen. Voor de zonsondergang willen we eerst nog naar Bar, het dichtstbijzijnde kuststad, langs een kleine bergweg. Hier en daar heeft een grondverzakking het asfalt meegesleurd of zitten er diepe putten in het wegdek of zijn er enorme rotsblokken op de weg gedonderd... Maar daarboven staat de hemel in brand zoals we gehoopt hadden, zelfs de witte schapenwolkjes hangen er vurig bij, het spektakel is grandioos.
Later gaan we een forelletje eten op de markt van Virpazar, waar een lokale toneelgroep een openluchtvoorstelling ten beste geeft. Nog later op de avond speelt een jonge gast songs van The Doors, Randy Newman, JJ Cale (rest in peace) en we slapen in op zijn zoete akkoorden.
's Nachts blijven er onweerswolken aan de omliggende bergen hangen, het regent een beetje en ook 's morgens is het nog nevelig. Maar we besluiten toch voor die boottocht te gaan. We zijn de enigen die komen opdagen en onze groene kikker met zijn glanzend geverniste houten wanden glijdt geluidloos het meer op. Onze kapitein vaart door een immens veld van waterlelies en wijst ons op de grote en kleine aalscholvers, de kleurrijke ijsvogels en tal van andere vogels en planten. We leggen aan op een eilandje met een klooster waar een jonge monnik ons ontvangt met snoepjes en fris water. Het is aangenaam vertoeven in de koele zomerrefter van de monniken, met open bogen die zicht bieden op het meer onder ons. De winterrefter is binnen en heeft recente fresco's op de muren. Terug naar onze boot dan die ons even geruisloos weer door het waterlelieveld loodst.
Onze gids vertelt ons dat Montenegro in handen is van een heel intelligente en subtiele maffia. Niemand houdt zich bezig met het onderhoud van het meer en de oevers. Weinigen maken zich zorgen om de toekomst, alleen het snelle geld telt, de toeristen zien ze als een melkkoe. De Russische maffia koopt veel grond op en tal van eigendommen, en ook boten waar veel volk op kan. Money money... Ik verlaat de boot met een halssnoer gemaakt van een waterlelie die onze sympathieke bootsman voor mij maakte :)
Terug op de kade is het tijd voor een piknik en een bezoekje aan het infocentrum van het meer en dan rijden we de smalle weg op die ons naar de andere kant van deze heuse binnenzee brengt, richting Albanië. De landschappen zijn schitterend, de weg is smal en plakt tegen de bergflank aan, met onder ons het meer, dan gaat het omhoog de heuvels in en staan we sprakeloos voor de enorme watermassa ver beneden. Het gaat moeilijk als er een tegenligger aankomt, niet leuk voor de « gros blancs »!
Dan weer naar beneden, nu naar de zee, via Stari Bar, Bar, Sveti Stefan, een schiereiland dat omgevormd is tot een luxehotel, het Monaco van de Adriatische zee. Dan Budva... helemaal in handen van de Russen, ontegensprekelijk als je de reclames ziet en de winkelborden en de makelaars en de internetsites met .ru en de grote wagens genre Bentley en 4x4... We snappen onze bootsman toen hij zei dat hij zich soms niet meer thuisvoelde in zijn eigen land.
De baai van Kotor is onze volgende etappe. De stad zelf zit stampvol toeristen en we rijden door naar Perast, een charmant dorpje met Italiaanse allures, eeuwenlang eigendom van Venetië, rechtover twee eilandjes, het ene met een orthodox klooster, het andere met een katholieke kerk. We vinden eindelijk een camperplek en we eten onder de sterren met zicht op de baai.
's Anderendaag bezoeken we eerst Perast en dan gaat het richting Cetinje en het nationaal park Lovcen. Een adembenemende panoramische route met zicht op heel de baai van Kotor en de Adriatische zee. Het vliegveld en de vliegtuigen ginder ver lijken minuskuul. Piknik naast een schuilplaats « for hikers and bikers », net onder het mausoleum van Lovcen met zijn 400 trappen die we niét opklimmen. Dan noordwaarts naar Niksic, door een kwartslandschap met witte rotsen, alweer een smalle baan, hand op de claxon... Kilometers lang komen we nauwelijks een huis tegen, af en toe een praktisch verlaten dorp. Net voor de grote baan is er de brug over het uiteinde van de Slansko Jezero.
En op de grote weg draaien we naar het westen, richting Bosnië.
Wordt vervolgd
https://picasaweb.google.com/1090812729 ... slideshow/
...have you ever noticed that some people never have the money to do it right, but can always find the money to do it twice?...
- Multivan Generation
- Berichten: 34187
- Lid geworden op: 14 jan 2007, 14:41
- Locatie: Zeeland (Oost)
- Contacteer:
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Vervolg:
Vrolijk klimt Blue Moon omhoog over de col die de grens vormt tussen Montenegro en Bosnië. Het « no man's land » tussen beide landen biedt een schitterend zicht op een middelhoog gebergte, scherpe kalkrotsen omsluiten een superbe canyon. We steken probleemloos de grens met Bosnië over en dan gaat het richting Mostar.
Eens Trebinje voorbij daalt de weg naar de groene vallei van de Trebisnjica, veel landbouw en weinig dorpjes waarvan de namen in het cyrillisch staan aangegeven. Grote waterraderen met een systeem van vergaarbakken op de schoepen halen het water omhoog van de rivier naar de kanalen die de hogergelegen velden irrigeren. Ze telen hier druiven, watermeloen en tabak. We zien hoge witte rotsen.
Bij het buitenrijden van een dorp pikken we twee jonge Italianen op die staan te liften, ze moeten ook naar Mostar. We zetten ze af in het centrum en haasten ons dan naar de enige camping die we in onze gids vonden, 9 km buiten de stad. Net voor het vallen van de nacht vinden we een andere camping, een paar kilometer dichterbij en we besluiten hier halt te houden. De baas verbouwt wijn, hij vindt een camping makkelijk zat, het vraagt geen werk en het geld stroomt vanzelf binnen... Het sanitair is nieuw maar niet afgewerkt en niet netjes...
We installeren ons en stillen onze honger en dan: Mostar by night. De verlichte brug is uniek. Wat een spektakel in dit stadje van miniformaat! De drukke voetgangersstraatjes zijn geplaveid met platte natuurstenen, overal restaurantjes, oosters aandoende souvenirwinkeltjes, hebbedingetjes gemaakt uit geweerkogels, horden toeristen en dan de gerestaureerde brug met haar gladde marmeren plaveien, en onderaan de brug, op de oever van de rivier, een concert in open lucht.
We keren terug naar de camping en 's morgens verwelkomt de patron ons met een tros druiven en een grappa van eigen makelij, in miniatuurflesjes. We zitten hier vlakbij Blagaj, waar een « tekija » staat, een tempel van derwisjen, vlak boven een van de belangrijkste resurgenties in Europa: na een lang en mysterieus onderaards circuit duikt de rivier hier weer op aan de oppervlakte. Nu komt zoiets wel meer voor in dit karstgebied maar het blijft een magisch fenomeen. We zijn natuurlijk niet de enigen die dat vinden, het is hier file geblazen, overal religieuze en toeristische prullaria, we maken dat we wegkomen na een kort bezoek.
Terug naar Mostar, by day nu, een multiculturele stad waar Bosniërs, Serviërs en Kroaten samen leven, ook voor de oorlog al werelderfgoed én toeristisch trekpleister. In 1993 steunden de Kroatische troepen het Bosnisch leger tegen de Servische artillerie maar dan had er een ommekeer plaats en begonnen de Kroatische troepen aan een etnische zuivering en de plundering van het oostelijke deel van de stad dat onder controle stond van het Bosnisch leger en waar de moslimbevolking een toevlucht had gezocht. Wat uiteindelijk ook geleid heeft tot de vernietiging van de beroemde brug die er al stond sinds 1566. Sinds de restauratie ervan wist de brug met al zijn symbolische waarde nog veel meer toeristen aan te trekken. Het historische centrum mag dan al min of meer heropgebouwd zijn, in de rest van de stad zie je nog veel oorlogswonden: verwoeste huizen, immense kerkhoven. Een ontastbare en onzichtbare grens verdeelt deze bevolkingsgroepen nog altijd. Het is nog maar 20 jaar geleden...
We hebben met onze autostoppers afgesproken op de oude brug om hen verder mee te nemen op de weg naar Dubrovnik. We doen de markt, de straten van de oude stad, bezoeken de moskee van Mehmet Pacha, met zijn harem en zijn vliegende tapijten en zijn bron met fris water. In het museum aan de voet van de brug waar de oorlog in ex-Joegoslavië en met name in Mostar in herinnering wordt gebracht, zien we een filmpje over de vernietiging van de brug en over de heropbouw ervan.
Onze lifters zijn ondertussen met zijn drieën en we rijden samen naar de Kroatische kust. De derde is een Fransman uit Lille. De twee jonge Italianen zijn uit de buurt van het Como-meer, niet zo ver af van Joegoslavië, ze zijn erg onder de indruk van die oorlog, die ze niet meegemaakt hebben.
We houden halt in Pocitelj, een oud dorp dat tegen een heuvel aan hangt, op de linkeroever van de Neretva, eeuwenlang een hoogstbelangrijk strategisch punt. In de jaren 60 vestigden zich hier tal van Joegoslavische en buitenlandse artiesten, wat van het dorp een van de meest dynamische culturele centra van Joegoslavië maakte. Pocitelj werd in de oorlog bijna helemaal verwoest maar een restauratieprogramma gaf het zijn aanzien van weleer (toch bijna) terug. We klimmen naar het hoogste punt van het dorp om er te genieten van een magnifiek panorama op de vallei van de Neretva. En dan zijn we weer op weg.
Ten zuiden van Pocitelj wordt de vallei enger tot aan de Kroatische stad Metkovic waar de rivier een brede delta vormt. Alweer zonder problemen over de grens, piknik aan het water, euros uit de muur halen, weer de grens met Bosnië over, dan weer die met Kroatië... Als wij moeten afslaan richting schiereiland Peljesac, stappen onze vrienden uit op de weg naar Dubrovnik, aan een benzinestation waar ze opnieuw kunnen liften.
We zagen slechts een glimp van Bosnië, we reden alleen door Herzegovina, Sarajevo bijvoorbeeld lieten we links liggen (er ging net een filmfestival van Centraal-Oost-Europa door). We komen nog eens terug, zoveel is zeker.
Wordt vervolgd.
https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
Vrolijk klimt Blue Moon omhoog over de col die de grens vormt tussen Montenegro en Bosnië. Het « no man's land » tussen beide landen biedt een schitterend zicht op een middelhoog gebergte, scherpe kalkrotsen omsluiten een superbe canyon. We steken probleemloos de grens met Bosnië over en dan gaat het richting Mostar.
Eens Trebinje voorbij daalt de weg naar de groene vallei van de Trebisnjica, veel landbouw en weinig dorpjes waarvan de namen in het cyrillisch staan aangegeven. Grote waterraderen met een systeem van vergaarbakken op de schoepen halen het water omhoog van de rivier naar de kanalen die de hogergelegen velden irrigeren. Ze telen hier druiven, watermeloen en tabak. We zien hoge witte rotsen.
Bij het buitenrijden van een dorp pikken we twee jonge Italianen op die staan te liften, ze moeten ook naar Mostar. We zetten ze af in het centrum en haasten ons dan naar de enige camping die we in onze gids vonden, 9 km buiten de stad. Net voor het vallen van de nacht vinden we een andere camping, een paar kilometer dichterbij en we besluiten hier halt te houden. De baas verbouwt wijn, hij vindt een camping makkelijk zat, het vraagt geen werk en het geld stroomt vanzelf binnen... Het sanitair is nieuw maar niet afgewerkt en niet netjes...
We installeren ons en stillen onze honger en dan: Mostar by night. De verlichte brug is uniek. Wat een spektakel in dit stadje van miniformaat! De drukke voetgangersstraatjes zijn geplaveid met platte natuurstenen, overal restaurantjes, oosters aandoende souvenirwinkeltjes, hebbedingetjes gemaakt uit geweerkogels, horden toeristen en dan de gerestaureerde brug met haar gladde marmeren plaveien, en onderaan de brug, op de oever van de rivier, een concert in open lucht.
We keren terug naar de camping en 's morgens verwelkomt de patron ons met een tros druiven en een grappa van eigen makelij, in miniatuurflesjes. We zitten hier vlakbij Blagaj, waar een « tekija » staat, een tempel van derwisjen, vlak boven een van de belangrijkste resurgenties in Europa: na een lang en mysterieus onderaards circuit duikt de rivier hier weer op aan de oppervlakte. Nu komt zoiets wel meer voor in dit karstgebied maar het blijft een magisch fenomeen. We zijn natuurlijk niet de enigen die dat vinden, het is hier file geblazen, overal religieuze en toeristische prullaria, we maken dat we wegkomen na een kort bezoek.
Terug naar Mostar, by day nu, een multiculturele stad waar Bosniërs, Serviërs en Kroaten samen leven, ook voor de oorlog al werelderfgoed én toeristisch trekpleister. In 1993 steunden de Kroatische troepen het Bosnisch leger tegen de Servische artillerie maar dan had er een ommekeer plaats en begonnen de Kroatische troepen aan een etnische zuivering en de plundering van het oostelijke deel van de stad dat onder controle stond van het Bosnisch leger en waar de moslimbevolking een toevlucht had gezocht. Wat uiteindelijk ook geleid heeft tot de vernietiging van de beroemde brug die er al stond sinds 1566. Sinds de restauratie ervan wist de brug met al zijn symbolische waarde nog veel meer toeristen aan te trekken. Het historische centrum mag dan al min of meer heropgebouwd zijn, in de rest van de stad zie je nog veel oorlogswonden: verwoeste huizen, immense kerkhoven. Een ontastbare en onzichtbare grens verdeelt deze bevolkingsgroepen nog altijd. Het is nog maar 20 jaar geleden...
We hebben met onze autostoppers afgesproken op de oude brug om hen verder mee te nemen op de weg naar Dubrovnik. We doen de markt, de straten van de oude stad, bezoeken de moskee van Mehmet Pacha, met zijn harem en zijn vliegende tapijten en zijn bron met fris water. In het museum aan de voet van de brug waar de oorlog in ex-Joegoslavië en met name in Mostar in herinnering wordt gebracht, zien we een filmpje over de vernietiging van de brug en over de heropbouw ervan.
Onze lifters zijn ondertussen met zijn drieën en we rijden samen naar de Kroatische kust. De derde is een Fransman uit Lille. De twee jonge Italianen zijn uit de buurt van het Como-meer, niet zo ver af van Joegoslavië, ze zijn erg onder de indruk van die oorlog, die ze niet meegemaakt hebben.
We houden halt in Pocitelj, een oud dorp dat tegen een heuvel aan hangt, op de linkeroever van de Neretva, eeuwenlang een hoogstbelangrijk strategisch punt. In de jaren 60 vestigden zich hier tal van Joegoslavische en buitenlandse artiesten, wat van het dorp een van de meest dynamische culturele centra van Joegoslavië maakte. Pocitelj werd in de oorlog bijna helemaal verwoest maar een restauratieprogramma gaf het zijn aanzien van weleer (toch bijna) terug. We klimmen naar het hoogste punt van het dorp om er te genieten van een magnifiek panorama op de vallei van de Neretva. En dan zijn we weer op weg.
Ten zuiden van Pocitelj wordt de vallei enger tot aan de Kroatische stad Metkovic waar de rivier een brede delta vormt. Alweer zonder problemen over de grens, piknik aan het water, euros uit de muur halen, weer de grens met Bosnië over, dan weer die met Kroatië... Als wij moeten afslaan richting schiereiland Peljesac, stappen onze vrienden uit op de weg naar Dubrovnik, aan een benzinestation waar ze opnieuw kunnen liften.
We zagen slechts een glimp van Bosnië, we reden alleen door Herzegovina, Sarajevo bijvoorbeeld lieten we links liggen (er ging net een filmfestival van Centraal-Oost-Europa door). We komen nog eens terug, zoveel is zeker.
Wordt vervolgd.
https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
...have you ever noticed that some people never have the money to do it right, but can always find the money to do it twice?...
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Bedankt aan Peter die onze vorige verslagen op dit forum heeft geplaatst!
Dit is het laatste deel van onze vakantietrip. 8 landen hebben we doorkruist, en 6200km gereden.
We hopen dat jullie ervan genoten hebben.
Deel 6: Kroatië
Link naar de foto's: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
We installeren ons in Loviste, helemaal op het eind van het schiereiland Peljesac, op camping Denka waar we de twee vorige keren ook ons kamp opstelden. De uitbater heeft een goed visueel geheugen want hij herkent ons van in 2006 en zijn vrouw weet zelfs Pol zijn voornaam nog! Ze sturen ons met nieuwjaar telkens een kalender vol zonnige plaatjes die ons de Belgische winterkou effe doen vergeten.
Het dorp is niks veranderd, er is wel een tweede camping bijgekomen en toch is het hier overvol. Vooral Duitsers die zich hier thuis wanen. Ook een paar Italianen, en Tsjechen, en nog wat anderen. We blijven hier een paar dagen rustigjes niks doen, wel een dagske het schiereiland 'verkennen', zogezegd om 'oesters te gaan eten in Ston' en jawel, we ontdekken nog altijd plekjes die we niet kenden, zoals Trstenik en de baai. We informeren of we vanuit Trpanj met de boot naar Ploce kunnen, op het vasteland, om niet via Ston te moeten en nog eens twee keer een grensovergang. Dat kan en dat doen we dus. Met als volgende etappe het natuurpark van Plitvice met zijn vele meren en watervallen.
Onderweg laten we ons evenwel eerst verleiden door de wegwijzers naar Krka, Skradin, ook een natuurpark midden in de karst, met fantastische watervallen. We waren daar vlak na de oorlog, de camping was toen eigenlijk op de parking, de huizen zaten nog vol kogelgaten en mortierinslagen. In het jachthaventje lagen luxeboten, het was een attractie voor locals en toeristen. We rijden van de autostrade af, we kopen tickets en we reppen ons naar de kade want je moet met een bootje het park invaren. Dat duurt zo'n kwartier en dan...
Volk! Volk! Vreselijk veel volk!! Op de grasvelden, in de snackbars, op de terraskes, in het water onder de eerste waterval: het stikt hier van het volk... Toch blijft de site iets magisch hebben. Het water welt kolkend en chaotisch op van tussen het groen, een prachtig spektakel, sedimenten van de karst worden meegesleurd en weer losgelaten zodat er natuurlijke dammetjes ontstaan en het landschap voortdurend verandert. Er zijn nette knuppelpaadjes aangelegd met veel bruggetjes zodat je vlak bij het water blijft en echt middenin dit ongewone landschap wandelt. Je vergeet zelfs dat je hier niet alleen loopt... Toch een hele kunst voor de fotograaf om onze medetoeristen uit beeld te houden en de illusie te wekken dat we hier alleen op de wereld zijn :)
We lopen heel het park rond en varen dan terug naar onze camper. Die brengt ons naar Plitvice en de immense camping van Korana, voor veel kampeerders hét vertrekpunt voor een bezoek aan de meren. Het is onze vierde keer, de eerste keer was met de kids in 1998. De regio hier heeft bloedige gevechten gezien in 91, ten tijde van wat hier in Kroatië de 'bloedige Pasen van Plitvice' genoemd wordt. Hier is het eerste 'officiële' slachtoffer gevallen van de Balkanoorlog, een Kroatische politieman neergeschoten door Servische troepen die daarop jarenlang de zone onder controle hielden. Ze vormden de hotels om tot kazernes en wanneer de Kroaten in augustus 95 het park heroverden was heel de toeristische infrastructuur naar de vaantjes. Volgt dan een lange periode van heropbouw. Bij ons eerste bezoek was een deel van de meren, die gebombardeerd raakten, ontoegankelijk voor het publiek, een paar dorpen lagen in puin, er was toen bijna niemand in het park.
Plitvice blijft voor ons een must als we in Kroatië zijn. Zestien meren, met elkaar verbonden via watervallen, gecreëerd door de kalk die zich vastzet en rotsige dammen van kalksteen vormt wat dan travertijn of tuf heet. Het water is hier diepblauw, daar groenig turquoise, naargelang hoe de zon erop schijnt en of er mineralen en micro-algen in zitten. Kilometers knuppelpaadjes houden onze voeten droog en de planten veilig. Er zijn zelfs 'pausmobielen' voor wie te moe is om van boven naar beneden of van beneden naar boven te stappen. Rondom de meren herbergen de dichte wouden van dennen, sparren, beuken, esdoorns enz. zeldzame dieren zoals beren en lynxen – zeggen ze, want toeristen krijgen die met hun drukte uiteraard nooit te zien.
Zoveel water! Zo'n landschap! Je waant je in het land van Merlijn de tovenaar :)
Aan de balie van de camping Korona kun je vanaf 9u 's morgens gratis met de pendelbus naar het park, de ene na de andere bus haalt zijn lading toeristen op om ze weer uit te storten aan één van de twee ingangen. Wij kiezen voor ingang 1, onderaan. Het zicht op de watervallen is mooier van onder naar boven en de zon zit alleen in de voormiddag op de grote waterval, wat beter is voor de foto's, als er zon is tenminste. Duizenden toeristen, opvallend veel Japanners en Chinezen, schuiven in kolonne achter elkaar aan en maken allemaal dezelfde kiekjes... Mijn fotograaf slaagt er evenwel in, met veel geduld en inventiviteit, de mensen uit beeld te houden...
We komen aan bij de aanlegsteiger van het grootste meer, Kozjak, waar je met de boot over vaart om dan verder de hoger gelegen meren te bezoeken. Het grasveld is een immense piknikplaats, er zijn hier volkrestaurants, kippen draaien lustig in het rond boven de grill, hamburgers en saucissen vliegen richting duizenden hongerige monden... Voor de boot is het naturlijk ook file geblazen, we schatten dat er zeker 3-4 boten nodig zijn voor al het volk voor ons en dus beslissen we om te voet rond het meer te wandelen, wat een klein uurtje in beslag neemt. We komen gelijk met de boat-people toe want we herkennen die Spaanse familie die telkens grijnzend poseert voor de foto, en al de Japanners...
Maar de meren! De meren zijn nog altijd even mooi, met hun smaragdgroene water, de vele vissen, de vlinders, de houten vlonders en paden... Maar god, zoveel volk... Dan toch maar de file in om met de boot terug te varen en ook nog eens file schuiven voor een hamburger (de kippetjes zijn allemaal op) en natuurlijk file voor de toiletten... De file voor de boot naar de hogere meren is zelfs nog langer dan vanmorgen.
Langs een macadam kunnen we naar een uitkijkpunt hoog boven de watervallen. Als we terug naar beneden komen, horen we liederen en muziek. Een plaatselijke volksdansgroep repeteert nog wat voor ze naar het plein afzakken. We praten wat met een parkwachter die vertelt dat de eerste dode hier vlakbij gevallen is, in 91, bij het begin van de oorlog. En hoe de dorpen bij ingang 1 gebombardeerd werden. En dat het huidige management van het park alleen aan geld denkt en niet aan de tevredenheid van de bezoekers. Dat de schitterende gedeelten van het park, zoals de witte en de zwarte rivier vanwaaruit de watervallen en de meren vertrekken, en dan de rivier Korana, niet langer toegankelijk zijn voor het publiek doordat een en ander kapot geraakt is door de sneeuw en niet gerepareerd wordt. Nochtans vragen veel toeristen zich af waar al dat water vandaan komt en het zou toch interessant zijn om de bezoekers dat te laten zien.
Als de volksdansgroep aanstalten maakt om eraan te beginnen, volgen we hen naar de piknikplaats maar dan kiezen we voor de knuppelpaden richting ingang 1 waar de bus voor de camping rond 17u de mensen oppikt. Na ons avondmaal krijgen we op de camping bezoek van een koppel Belgen en twee jonge meisjes die terugkomen van een technofestival in Roemenië waar ze als vrijwilligers hulp boden aan jonge junkies in crisis, niet om hun verbruik tegen te houden maar om hen te begeleiden, om de risico's te beperken, noemen ze dat.
En dan is het zaterdag en moeten we naar huis. Via Zagreb, dan Slovenië (onverwachts een vignet moeten kopen van 15 euro!), Oostenrijk (nog een vignet van 8,30 euro!) en Duitsland. Voorbij Passau zoeken we een plek voor de nacht. In het eerste dorp dat onze gids aanduidt, aan de oever van de Donau, is er feest. Het klinkt als Beieren, bier en euh Oberbaiern... Het is hier gewoon een parkeerterrein tussen de rivier en de weg. Al dat lawaai en die feestgangers zeggen ons niks en dus zoeken we ons heil elders :) Spijtig van de Donau.
Van Passau naar Aken, heel Duitsland dus, heel de dag dus, stortregent het onophoudelijk. Maar niet in België waar een zacht eind augustuszonnetje ons welkom thuis heet.
EINDE
Dit is het laatste deel van onze vakantietrip. 8 landen hebben we doorkruist, en 6200km gereden.
We hopen dat jullie ervan genoten hebben.
Deel 6: Kroatië
Link naar de foto's: https://picasaweb.google.com/1090812729 ... #slideshow
We installeren ons in Loviste, helemaal op het eind van het schiereiland Peljesac, op camping Denka waar we de twee vorige keren ook ons kamp opstelden. De uitbater heeft een goed visueel geheugen want hij herkent ons van in 2006 en zijn vrouw weet zelfs Pol zijn voornaam nog! Ze sturen ons met nieuwjaar telkens een kalender vol zonnige plaatjes die ons de Belgische winterkou effe doen vergeten.
Het dorp is niks veranderd, er is wel een tweede camping bijgekomen en toch is het hier overvol. Vooral Duitsers die zich hier thuis wanen. Ook een paar Italianen, en Tsjechen, en nog wat anderen. We blijven hier een paar dagen rustigjes niks doen, wel een dagske het schiereiland 'verkennen', zogezegd om 'oesters te gaan eten in Ston' en jawel, we ontdekken nog altijd plekjes die we niet kenden, zoals Trstenik en de baai. We informeren of we vanuit Trpanj met de boot naar Ploce kunnen, op het vasteland, om niet via Ston te moeten en nog eens twee keer een grensovergang. Dat kan en dat doen we dus. Met als volgende etappe het natuurpark van Plitvice met zijn vele meren en watervallen.
Onderweg laten we ons evenwel eerst verleiden door de wegwijzers naar Krka, Skradin, ook een natuurpark midden in de karst, met fantastische watervallen. We waren daar vlak na de oorlog, de camping was toen eigenlijk op de parking, de huizen zaten nog vol kogelgaten en mortierinslagen. In het jachthaventje lagen luxeboten, het was een attractie voor locals en toeristen. We rijden van de autostrade af, we kopen tickets en we reppen ons naar de kade want je moet met een bootje het park invaren. Dat duurt zo'n kwartier en dan...
Volk! Volk! Vreselijk veel volk!! Op de grasvelden, in de snackbars, op de terraskes, in het water onder de eerste waterval: het stikt hier van het volk... Toch blijft de site iets magisch hebben. Het water welt kolkend en chaotisch op van tussen het groen, een prachtig spektakel, sedimenten van de karst worden meegesleurd en weer losgelaten zodat er natuurlijke dammetjes ontstaan en het landschap voortdurend verandert. Er zijn nette knuppelpaadjes aangelegd met veel bruggetjes zodat je vlak bij het water blijft en echt middenin dit ongewone landschap wandelt. Je vergeet zelfs dat je hier niet alleen loopt... Toch een hele kunst voor de fotograaf om onze medetoeristen uit beeld te houden en de illusie te wekken dat we hier alleen op de wereld zijn :)
We lopen heel het park rond en varen dan terug naar onze camper. Die brengt ons naar Plitvice en de immense camping van Korana, voor veel kampeerders hét vertrekpunt voor een bezoek aan de meren. Het is onze vierde keer, de eerste keer was met de kids in 1998. De regio hier heeft bloedige gevechten gezien in 91, ten tijde van wat hier in Kroatië de 'bloedige Pasen van Plitvice' genoemd wordt. Hier is het eerste 'officiële' slachtoffer gevallen van de Balkanoorlog, een Kroatische politieman neergeschoten door Servische troepen die daarop jarenlang de zone onder controle hielden. Ze vormden de hotels om tot kazernes en wanneer de Kroaten in augustus 95 het park heroverden was heel de toeristische infrastructuur naar de vaantjes. Volgt dan een lange periode van heropbouw. Bij ons eerste bezoek was een deel van de meren, die gebombardeerd raakten, ontoegankelijk voor het publiek, een paar dorpen lagen in puin, er was toen bijna niemand in het park.
Plitvice blijft voor ons een must als we in Kroatië zijn. Zestien meren, met elkaar verbonden via watervallen, gecreëerd door de kalk die zich vastzet en rotsige dammen van kalksteen vormt wat dan travertijn of tuf heet. Het water is hier diepblauw, daar groenig turquoise, naargelang hoe de zon erop schijnt en of er mineralen en micro-algen in zitten. Kilometers knuppelpaadjes houden onze voeten droog en de planten veilig. Er zijn zelfs 'pausmobielen' voor wie te moe is om van boven naar beneden of van beneden naar boven te stappen. Rondom de meren herbergen de dichte wouden van dennen, sparren, beuken, esdoorns enz. zeldzame dieren zoals beren en lynxen – zeggen ze, want toeristen krijgen die met hun drukte uiteraard nooit te zien.
Zoveel water! Zo'n landschap! Je waant je in het land van Merlijn de tovenaar :)
Aan de balie van de camping Korona kun je vanaf 9u 's morgens gratis met de pendelbus naar het park, de ene na de andere bus haalt zijn lading toeristen op om ze weer uit te storten aan één van de twee ingangen. Wij kiezen voor ingang 1, onderaan. Het zicht op de watervallen is mooier van onder naar boven en de zon zit alleen in de voormiddag op de grote waterval, wat beter is voor de foto's, als er zon is tenminste. Duizenden toeristen, opvallend veel Japanners en Chinezen, schuiven in kolonne achter elkaar aan en maken allemaal dezelfde kiekjes... Mijn fotograaf slaagt er evenwel in, met veel geduld en inventiviteit, de mensen uit beeld te houden...
We komen aan bij de aanlegsteiger van het grootste meer, Kozjak, waar je met de boot over vaart om dan verder de hoger gelegen meren te bezoeken. Het grasveld is een immense piknikplaats, er zijn hier volkrestaurants, kippen draaien lustig in het rond boven de grill, hamburgers en saucissen vliegen richting duizenden hongerige monden... Voor de boot is het naturlijk ook file geblazen, we schatten dat er zeker 3-4 boten nodig zijn voor al het volk voor ons en dus beslissen we om te voet rond het meer te wandelen, wat een klein uurtje in beslag neemt. We komen gelijk met de boat-people toe want we herkennen die Spaanse familie die telkens grijnzend poseert voor de foto, en al de Japanners...
Maar de meren! De meren zijn nog altijd even mooi, met hun smaragdgroene water, de vele vissen, de vlinders, de houten vlonders en paden... Maar god, zoveel volk... Dan toch maar de file in om met de boot terug te varen en ook nog eens file schuiven voor een hamburger (de kippetjes zijn allemaal op) en natuurlijk file voor de toiletten... De file voor de boot naar de hogere meren is zelfs nog langer dan vanmorgen.
Langs een macadam kunnen we naar een uitkijkpunt hoog boven de watervallen. Als we terug naar beneden komen, horen we liederen en muziek. Een plaatselijke volksdansgroep repeteert nog wat voor ze naar het plein afzakken. We praten wat met een parkwachter die vertelt dat de eerste dode hier vlakbij gevallen is, in 91, bij het begin van de oorlog. En hoe de dorpen bij ingang 1 gebombardeerd werden. En dat het huidige management van het park alleen aan geld denkt en niet aan de tevredenheid van de bezoekers. Dat de schitterende gedeelten van het park, zoals de witte en de zwarte rivier vanwaaruit de watervallen en de meren vertrekken, en dan de rivier Korana, niet langer toegankelijk zijn voor het publiek doordat een en ander kapot geraakt is door de sneeuw en niet gerepareerd wordt. Nochtans vragen veel toeristen zich af waar al dat water vandaan komt en het zou toch interessant zijn om de bezoekers dat te laten zien.
Als de volksdansgroep aanstalten maakt om eraan te beginnen, volgen we hen naar de piknikplaats maar dan kiezen we voor de knuppelpaden richting ingang 1 waar de bus voor de camping rond 17u de mensen oppikt. Na ons avondmaal krijgen we op de camping bezoek van een koppel Belgen en twee jonge meisjes die terugkomen van een technofestival in Roemenië waar ze als vrijwilligers hulp boden aan jonge junkies in crisis, niet om hun verbruik tegen te houden maar om hen te begeleiden, om de risico's te beperken, noemen ze dat.
En dan is het zaterdag en moeten we naar huis. Via Zagreb, dan Slovenië (onverwachts een vignet moeten kopen van 15 euro!), Oostenrijk (nog een vignet van 8,30 euro!) en Duitsland. Voorbij Passau zoeken we een plek voor de nacht. In het eerste dorp dat onze gids aanduidt, aan de oever van de Donau, is er feest. Het klinkt als Beieren, bier en euh Oberbaiern... Het is hier gewoon een parkeerterrein tussen de rivier en de weg. Al dat lawaai en die feestgangers zeggen ons niks en dus zoeken we ons heil elders :) Spijtig van de Donau.
Van Passau naar Aken, heel Duitsland dus, heel de dag dus, stortregent het onophoudelijk. Maar niet in België waar een zacht eind augustuszonnetje ons welkom thuis heet.
EINDE
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Met plezier gelezen (en foto's gekeken) mooie reis.....
En volgend jaar ?
En volgend jaar ?
..........................................
Vermogen is hoe hard je de muur raakt, koppel is hoe ver je de muur meeneemt!
Vermogen is hoe hard je de muur raakt, koppel is hoe ver je de muur meeneemt!
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kro
Volgend jaar? weet je wel, we weten het niet.
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
Heerlijk verhaal, herken veel van wat wij gezien hebben in je verhaal!
Wij hebben dit jaar met de moto dezelfde tour gedaan, via cz naar polen,
hongarije, slovakije, Servië, Bosnië, Kroatië, Italië, Zwitserland, ..
Wat ons vooral opviel in Servië, midden in de bergen, prachtige baantjes, prachtig landschap,
en dan plots vuilnisbelt, aan het roken, in brand, bomen die sterven errond, op tientallen kilometers van bewoonde wereld...
https://fbcdn-sphotos-e-a.akamaihd.net/ ... 083fde89b0
In servië hebben we trouwens met 3 man frietjes met "koteletten" zoals we hier in belgië zeggen, slaatje, sausjes gegeten, 3x cola, en 3x halve liter bier + een pakje sigaretten, alles samen 11 euro
In Bosnië, politie zo corrupt als maar kan zijn. Stonden gezellig te drinken in een bar 's avonds, net zoals 2 politieagenten.
Allemaal halve liters aan het drinken. Kregen ze plots een oproep, laten ze de walkie op luidspreker aan de gehele bar horen, en iedereen lachen. ( wij verstonden er uiteraard niets van ), ze springen dan in een undercoverwagen, en scheuren gigantisch snel weg. Halfuurtje later komen ze weer, stappen ze uit en bestellen ze nog wat halve liters.. En daar is een complete nultolerantie.. Uiteindelijk zelfs nog gelukt om een foto met hen te maken :
https://fbcdn-sphotos-d-a.akamaihd.net/ ... c2ebaf79f9
Ook overal de half afgewerkte huizen, én kapotgeschoten huizen zijn ons opgevallen. Eigenlijk in de gehele oostblok, al hebben Servië en Bosnië de hoofdprijs.
https://fbcdn-sphotos-c-a.akamaihd.net/ ... b7241fe183
https://fbcdn-sphotos-d-a.akamaihd.net/ ... c6f285368b
Rond het 3-landen-punt het mekka voor de motorrijders gedaan, de stelvio pas. een échte aanrader. ( vooral voor motorrijders eigenlijk. )
Wel oppassen je vertrekt beneden in de hitte, en tegen dat je boven bent is het aan het vriezen
https://fbcdn-sphotos-f-a.akamaihd.net/ ... 6f40787712
Beestig mooie landen, zou het zo opnieuw doen.
Voeg me anders even toe voor ons album op facebook : https://www.facebook.com/LemmensJasper
Ik ben niet zo voor openbare foto's. En kunnen we wat verhalen uitwisselen!
Al plannen voor de volgende reis ondertussen?
Wij gaan weer vertrekkend van op onze oprit richting Wit-Rusland en Ukraïne gaan!
Wij hebben dit jaar met de moto dezelfde tour gedaan, via cz naar polen,
hongarije, slovakije, Servië, Bosnië, Kroatië, Italië, Zwitserland, ..
Wat ons vooral opviel in Servië, midden in de bergen, prachtige baantjes, prachtig landschap,
en dan plots vuilnisbelt, aan het roken, in brand, bomen die sterven errond, op tientallen kilometers van bewoonde wereld...
https://fbcdn-sphotos-e-a.akamaihd.net/ ... 083fde89b0
In servië hebben we trouwens met 3 man frietjes met "koteletten" zoals we hier in belgië zeggen, slaatje, sausjes gegeten, 3x cola, en 3x halve liter bier + een pakje sigaretten, alles samen 11 euro
In Bosnië, politie zo corrupt als maar kan zijn. Stonden gezellig te drinken in een bar 's avonds, net zoals 2 politieagenten.
Allemaal halve liters aan het drinken. Kregen ze plots een oproep, laten ze de walkie op luidspreker aan de gehele bar horen, en iedereen lachen. ( wij verstonden er uiteraard niets van ), ze springen dan in een undercoverwagen, en scheuren gigantisch snel weg. Halfuurtje later komen ze weer, stappen ze uit en bestellen ze nog wat halve liters.. En daar is een complete nultolerantie.. Uiteindelijk zelfs nog gelukt om een foto met hen te maken :
https://fbcdn-sphotos-d-a.akamaihd.net/ ... c2ebaf79f9
Ook overal de half afgewerkte huizen, én kapotgeschoten huizen zijn ons opgevallen. Eigenlijk in de gehele oostblok, al hebben Servië en Bosnië de hoofdprijs.
https://fbcdn-sphotos-c-a.akamaihd.net/ ... b7241fe183
https://fbcdn-sphotos-d-a.akamaihd.net/ ... c6f285368b
Rond het 3-landen-punt het mekka voor de motorrijders gedaan, de stelvio pas. een échte aanrader. ( vooral voor motorrijders eigenlijk. )
Wel oppassen je vertrekt beneden in de hitte, en tegen dat je boven bent is het aan het vriezen
https://fbcdn-sphotos-f-a.akamaihd.net/ ... 6f40787712
Beestig mooie landen, zou het zo opnieuw doen.
Voeg me anders even toe voor ons album op facebook : https://www.facebook.com/LemmensJasper
Ik ben niet zo voor openbare foto's. En kunnen we wat verhalen uitwisselen!
Al plannen voor de volgende reis ondertussen?
Wij gaan weer vertrekkend van op onze oprit richting Wit-Rusland en Ukraïne gaan!
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
Leuk verhaal om te lezen, ik vertrek half mei voor 4 weken servie, bosnie, montenegro, albanie....dus ben benieuwd!
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
We wensen je een goede reis, je zult ervan genieten.
We zijn benieuwd om je reisverslag en foto's hier te lezen en te zien.
We zijn benieuwd om je reisverslag en foto's hier te lezen en te zien.
Re: Met de Calif: Hongarije, Servië, Montenegro, Bosnië, Kroatië
Ik kom net terug na 3 weken van het Bailkal meer in Rusland. Totaal 16361 kilometer gereden via Finland, st. Petersburg, Moskou, de Oeral over naar Irkutsk en terug via Omsk naar Gomel (Wit Rusland), Zhytomyr (Oekraine) naar huis. Met mijn busje geen problemen en mijn maat met de Crafter ook niet. Als ik veel tijd heb, zal ik wat plaatsen.
Grt Vossius
Grt Vossius